Media

Free Palestine – alleen nu even niet

De afgelopen week executeerde Hamas tientallen Palestijnen in Gaza. Internationale media berichtten er uitgebreid over, maar in Nederlandse activistische en academische kringen bleef het stil. De beweging die zich maandenlang presenteerde als stem van de onderdrukten, lijkt nu vooral te zwijgen wanneer de onderdrukker uit eigen kring komt.

De feiten

In de tweede week van oktober publiceerden internationale en Nederlandse media berichten over wat zich in Gaza afspeelde na het staakt-het-vuren met Israël. Niet over raketten of bombardementen, maar over Hamas dat opnieuw de straten opging om zijn gezag te herstellen.

Volgens Haaretz en Times of Israel werden tientallen Palestijnen opgepakt en geëxecuteerd wegens vermeende samenwerking met Israël. Video’s van openbare terechtstellingen werden door meerdere redacties geverifieerd. Ook The New York Times bevestigde de echtheid van beelden waarop acht mannen te zien zijn die op hun knieën worden doodgeschoten.

Het patroon was in alle berichtgeving hetzelfde: Hamas herstelt orde door middel van geweld. De groep richt zijn wapens niet langer op Israël, maar op eigen burgers en rivaliserende clans.

Hoe de media keken naar Gaza: van Jeruzalem tot New York

Internationale berichtgeving

  • Haaretz (Israël)
    Hamas shoots opponents in Gaza unimpeded.
    Feitelijke toon, gebaseerd op eigen bronnen in Gaza. Hamas verschijnt als regime dat angst gebruikt om gezag te herstellen.
  • Times of Israel (Israël)
    Hamas said to kill over 30 Gazans, publicly execute 7.
    Legt de nadruk op aantallen en politieke reacties. De Palestijnse Autoriteit noemt de executies “gruwelijke misdaden”, Trump doet ze af als “ordehandhaving”.
  • The Guardian (Verenigd Koninkrijk)
    Hamas deploys armed fighters and police across parts of Gaza.
    Neutrale verslaggeving met diplomatiek taalgebruik. Orde en stabiliteit staan centraal, niet vrijheid of verantwoordelijkheid.
  • The New York Times (Verenigde Staten)
    With Truce in Place, Hamas Pursues Bloody Crackdown on Rivals in Gaza.
    Eigen verificatie van videobeelden en interviews met getuigen. Hamas wordt beschreven als autoritaire macht die zijn legitimiteit probeert te herwinnen, met Trumps stilzwijgende toestemming.

Nederlandse berichtgeving

  • De Telegraaf
    De rol van Hamas is wel uitgespeeld.
    Politieke invalshoek. Hamas als verliezer, Trump als redder.
  • NRC
    Hamas executeert in Gaza rivalen op straat.
    Zakelijke, goed onderbouwde berichtgeving. De nadruk ligt op angst en machtsbehoud.
  • Volkskrant
    Hamas duikt weer op in Gaza en stelt orde op zaken, met het fiat van Trump.
    Analyse van macht en diplomatie, minder aandacht voor burgers.
  • Trouw
    Met het bestand probeert Hamas zijn machtspositie terug te pakken.
    Beschouwende toon. Ordeherstel wordt erkend, maar niet verheerlijkt.
  • AD
    Met openbare executies wil Hamas orde herstellen in Gaza: ‘Angstaanjagend’.
    Visueel en emotioneel geschreven, met nadruk op schrik en chaos.

Wat dit laat zien

De verschillen in stijl zijn groot, maar de kern is overal gelijk: Hamas gebruikt geweld om de macht te behouden. Israëlische en Amerikaanse media legden de nadruk op repressie en angst, Britse en Nederlandse redacties op orde en machtspolitiek. In geen enkel medium werd Hamas voorgesteld als bevrijdingsbeweging.

De vergoelijking

Tegelijk verschenen berichten waarin het geweld niet werd ontkend maar gerechtvaardigd.

De Britse academicus Harry Pettit, verbonden aan de Radboud Universiteit, schreef op X  met zijn account @harrygpettit, dat de geëxecuteerde mannen “collaborateurs [waren] die met de IOF werkten om genocide uit te voeren tegen hun eigen volk”.
Hij voegde eraan toe: “They didn’t survive it – as they shouldn’t.”

Een dag later publiceerde hij een afbeelding van Hamasleider Yahya Sinwar met de tekst: “He will be glorified for generations as a hero who taught us to stand tall against imperial power.” Ook schreef hij: “Being associated with Hamas should be a badge of honour.”

Het account @OuweDibbes vergeleek de executies met het Nederlandse verzet in 1945: “Waarom zijn de ZIONAZI’s nu zo verontwaardigd als het Palestijnse verzet (Hamas) hetzelfde doet?”

De man achter het dit account, Huso A., staat erom bekend geregeld van identiteit te wisselen: de ene maand presenteert hij zich als Joods, de volgende als een geadopteerde Palestijnse wees of bekeerde moslim. Eerder vertelde hij dat zijn tante was omgekomen bij een aardbeving in Marokko, later dat zijn hele familie in Gaza zou zijn omgekomen tijdens Israëlische bombardementen. Voor de duidelijkheid: het is gewoon een geboren en getogen Fries – met een grote fantasie.

Zijn verhalen veranderen met de actualiteit, maar hebben één constante: ze zorgen voor aandacht, medeleven en soms donaties. Dat hij zich nu opwerpt als verdediger van Hamas past in dat patroon, en zijn berichten – ondanks zijn reputatie – worden regelmatig gedeeld.

Zelfs toen anderen erop wezen dat zijn verhalen aantoonbaar onjuist waren, vond men dat geen probleem.  “Het gaat mij om de argumenten die hij ventileert,” reageerde een van hen. Waarheid werd ondergeschikt aan bevestiging. Zolang iemand maar zei wat in het gewenste verhaal paste, maakte het niet meer uit of diegene loog, manipuleerde of profiteerde.

Het linkse account @Feestbrood schreef: “Omdat het verzet wat collaborateurs en verraders uit de weg ruimt. Geen schaamte, deze mensen.” Een ander, @werkschuwtuig2, beschuldigde RTL Nieuws ervan “consent te creëren voor genocide” door over de executies te berichten.

Deze reacties vormden geen randverschijnsel. Ze werden gedeeld en herhaald binnen activistische netwerken van studenten en docenten die eerder campagne voerden onder #FreePalestine. Dezelfde kring die Israëlische bombardementen als oorlogsmisdaden bestempelde, verdedigde nu publiekelijke standrechtelijke executies van Palestijnen door Hamas.

De logica was omgekeerd maar consistent: als Israël de vijand is, moet Hamas het verzet zijn – ongeacht wat het doet.
Morele overtuiging verandert zo in loyaliteit.

De stilte van de solidariteit

Die stilte was niet neutraal. Ze werd gevuld met vergoelijking, misleiding en ideologische omkering.

In de dagen dat Haaretz en The New York Times de executies verifieerden, verspreidden activisten berichten waarin Hamas werd geprezen.

Pettit publiceerde een lofzang op Yahya Sinwar: “Today is the anniversary of Yahya Sinwar’s martyrdom. Despite billions of dollars being pumped into Zionist propaganda designed to dehumanize and vilify him, he will be glorified for generations as a hero who taught us all to stand up tall against imperial power and violence.”

De Palestijnen die door Hamas op straat werden geëxecuteerd, kregen van hem een ander label: “They were collaborators who worked with the IOF to carry out a genocide against their own people.” Alles is liefde, daar in Nijmegen.

De taal van bevrijding is taal van dwang geworden. Wie zich verzet tegen onderdrukking, gebruikt dezelfde argumenten om onderdrukking elders te rechtvaardigen.

De ironie is scherp: de beweging die zegt te spreken voor vrijheid, valt stil wanneer die vrijheid intern wordt onderdrukt. Wie ooit “Free Palestine” riep, zwijgt nu wanneer Palestijnen door Hamas worden neergeschoten, of zet de slachtoffers weg als ‘collaborateurs van Israël’.

Dan is blijkbaar alles geoorloofd.

Die stilte is geen onwetendheid, maar een keuze.Ze zegt niet we wisten het niet, maar we willen het niet weten.

Waar empathie ophoudt

De berichtgeving over Gaza laat zien hoe moeilijk het is om morele helderheid te bewaren in een conflict waarin iedereen partij kiest. Feiten worden niet meer getoetst op juistheid, maar op bruikbaarheid.

Wie zegt op te komen voor Palestijnen, zou ook oog moeten hebben voor de Palestijnen die onder Hamas lijden. Dat erkennen is geen verraad, het is een morele basisvoorwaarde.

De stilte van de afgelopen week legt iets pijnlijkers bloot dan onwetendheid: selectieve empathie. De solidariteit die ooit zo luid klonk, blijkt afhankelijk van wie het kwaad pleegt.

Als Israël bommen gooit, is het verzet moreel.
Als Hamas executeert, is het “complex”.

Het laat zien hoe verontwaardiging werkt als identiteit: niet om slachtoffers te helpen, maar om jezelf aan de goede kant van de geschiedenis te plaatsen. Het gaat niet om mensen, maar om symbolen die bevestigen wat je al dacht.

In die wereld bestaan hiërarchieën van leed. Sommige doden zijn waardevoller dan andere, sommige misdaden beter te verdragen zolang ze door de juiste handen worden gepleegd. Morele overtuiging is dan geen kompas meer, maar een spiegel.

Zolang solidariteit draait om standpunten in plaats van mensen, blijft ze hol.
Vrijheid verliest betekenis zodra ze alleen geldt voor de mensen die in je verhaal passen.

Vanwege het grote aantal bronnen zijn in de tekst geen hyperlinks opgenomen. Alle genoemde artikelen, citaten en online uitspraken zijn afkomstig uit publieke, verifieerbare bronnen en zijn bewaard door de auteur.


Sociale media

“Yalla, yalla, intifada!”

Op 7 oktober 2025, precies twee jaar na de aanval van Hamas op Israël waarbij meer dan 1.200 mensen werden vermoord en honderden gegijzeld, liet de online wereld opnieuw haar donkerste kant zien. Sociale media vulden zich met euforie, haat, samenzweringstheorieën en oproepen tot nieuwe opstanden. In Nederland vond die digitale agressie haar weg naar de straat: stakingsoproepen, universiteitsbezettingen en zelfs vandalisme bij het Koninklijk Paleis op de Dam. Dit artikel is gebaseerd op online berichten en publieke acties rond deze datum. Het laat zien hoe een terreuraanval wordt herschreven tot heroïek – en hoe dat discours ook in Nederland terrein wint.

Disclaimer
Dit artikel analyseert online retoriek rond 7 oktober. Het is geen steunbetuiging aan welke politieke leider of regering dan ook; kritiek op haat en geweld betekent nadrukkelijk geen goedkeuring van het beleid van de Israëlische regering of premier Netanyahu.

Online verheerlijking van geweld

Hamas presenteerde de aanval van 7 oktober 2023 zelf als een “bevrijdingsoperatie”. In verklaringen en rapporten werd de terreuraanval beschreven als een noodzakelijke stap om “uit de gevangenis te breken” en tegen een “onderdrukker” te vechten. De werkelijkheid was rauw en onmiskenbaar: meer dan 1.200 Israëlische burgers werden vermoord en honderden mensen ontvoerd en gegijzeld. Onderzoek van onder meer Human Rights Watch toont dat burgers doelbewust werden aangevallen en dat er sprake was van buitensporig geweld, waaronder verkrachtingen en het platbranden van huizen.

Toch nemen veel activisten deze propagandistische framing over. Twee jaar later, op 7 oktober 2025, vulden sociale media zich niet met herdenking maar met jubel. Berichten met slogans als “Happy October 7th” en “Yalla yalla intifada!”werden gedeeld alsof het een feestdag betrof. Foto’s, liedjes en memes zetten de aanval neer als een glorieuze opstand. Een macaber voorbeeld was het lied Resistant Night – op de melodie van Silent Night – dat zich verspreidde als parodie én propaganda tegelijk.

Deze posts omschrijven de massamoord als verzet. Dat is geen onschuldige expressie: het normaliseert en legitimeert geweld achteraf en schuift de morele grens steeds verder op.

Antisemitisme anno 2025

Opvallend was hoe snel klassieke antisemitische patronen opdoken. Termen als “zio’s” werden zonder schroom gebruikt – een scheldwoord dat Joden reduceert tot vijandbeeld. Memes vergeleken Joden met nazi’s of bagatelliseerden de Holocaust, een retoriek die niet alleen historisch onjuist is maar ook het geweld van 7 oktober bagatelliseert. In sommige posts werd het nazi-begrip Endlösung gebruikt om geweld tegen Israëli’s te legitimeren. Zelfs openlijke Hitlerverwijzingen verschenen in commentaren en afbeeldingen.

Kritiek op Israëls beleid is legitiem en zeker noodzakelijk in een democratische samenleving als de onze, maar hier verschuift het debat. De pijlen richten zich niet langer op politieke beslissingen, maar op Joden als geheel. Daarmee vervaagt de grens tussen kritiek en haat volledig. De gevolgen zijn meetbaar: het aantal meldingen van antisemitische incidenten verdubbelde in Nederland na 7 oktober. Ook de politie zag een piek in bedreigingen en vernielingen bij Joodse instellingen. Woorden blijken niet vrijblijvend; online haat vertaalt zich rechtstreeks naar offline intimidatie en onveiligheid.

Nepnieuws en complottheorieën

Parallel aan de verheerlijking van geweld draaide ook het nepnieuws overuren. Claims dat de aanval een ‘false flag’-operatie van Israël zelf zou zijn geweest, dodentallen werden opgeblazen of uit de lucht gegrepen – sommige berichten spraken zelfs van 400.000 doden in Gaza – en beelden van Hamas-wreedheden werden weggezet als in scène gezet.

Dit soort desinformatie verspreidt zich razendsnel via sociale media, waar algoritmen extreme en emotionele inhoud bevoordelen. Onderzoek van onder meer het European Digital Media Observatory (EDMO)laat zien dat complottheorieën en misleidende beelden op X en Instagram binnen minuten duizenden keren worden gedeeld en door bots en sympathiserende netwerken worden versterkt. Door deze snelheid en herhaling is correctie vrijwel onmogelijk: factchecks en weerleggingen bereiken zelden het publiek dat de eerste, virale claim al heeft gezien.

De gevolgen zijn groot. Desinformatie vervaagt de realiteit van terreur, bagatelliseert geweld en ontkent slachtoffers. Ze voedt antisemitische mythes en vergroot de polarisatie. Veiligheidsdiensten waarschuwen dat deze dynamiek ook in Nederland merkbaar is: complotten en ontkenning dragen bij aan een klimaat waarin Joodse Nederlanders zich onveiligervoelen en de stap van online haat naar offline intimidatie steeds kleiner wordt.

Online en offline: activisme en intimidatie

De digitale verheerlijking van geweld bleef niet beperkt tot het scherm. In Nederland en daarbuiten verschenen oproepen tot stakingen en demonstraties. Groepen als Global Movement Gaza NL riepen op tot een nationale werkstaking “tijdens genocide”, posters en stickers met oproepen tot intifada doken op in Amsterdam en andere steden, en vergelijkbare campagnes werden gedeeld vanuit universiteitssteden als Leeds.

De online retoriek werd tastbaar op straat. Het Koninklijk Paleis op de Dam werd beklad met rode verf en de tekst “Fuck Israel”. De actie werd opgeëist door Palestine Action NL, dat stelde dat de verf het “bloed aan de handen van de Nederlandse staat” symboliseerde. Burgemeester Femke Halsema noemde de bekladding “schandalig en onacceptabel”.

Ook universiteiten werden opnieuw toneel van acties: gebouwen van de Radboud Universiteit werden bezet en de betrokken studenten werden online als “heroes” bejubeld door docenten die meer tijd in activisme dan in kennisoverdracht stoppen.

Eerder beschreef ik dat pro-Palestina-activisten lang niet altijd de onschuldige vredesduifjes zijn waarvoor ze zich uitgeven. Geweldsverheerlijking en antisemitische retoriek verschuilen zich achter woorden als ‘verzet’ en ‘vrijheidsstrijd’. Dat zien we opnieuw: vernieling wordt verkocht als symbolisch protest, bezetting als studentenactivisme, terwijl de onderliggende taal oproept tot geweld en Jodenhaat normaliseert.

Een giftige mix

Uit al deze voorbeelden komt een giftige mix naar voren: terreur wordt herschreven tot bevrijding, antisemitisme verschuift van de marge naar het midden, nepnieuws ondergraaft elk gesprek over feiten en activistische netwerken brengen dit discours van het scherm naar de straat. Dit is geen incident maar een structurele verschuiving in de publieke moraal.

Die verschuiving is gevaarlijk voor de democratische dialoog. Wanneer geweld als verzet wordt gepresenteerd en antisemitische retoriek als legitieme kritiek wordt gezien, raakt het debat vergiftigd. Kritiek op deze tendensen wordt al snel verdacht gemaakt: journalisten, politici of burgers die waarschuwen, worden weggezet als pro-bezetting of aanhanger van het beleid van Netanyahu. Zo verdwijnen nuance en veiligheid uit het gesprek.

Voor Joodse Nederlanders zijn de gevolgen direct voelbaar. De Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) en het CIDI waarschuwen voor een forse toename van antisemitische incidenten sinds 7 oktober. Vandalisme bij Joodse instellingen, bedreigingen en online haatcampagnes zijn tastbare uitingen van een klimaat waarin geweld tegen Joden wordt genormaliseerd. Wie terreur tot verzetsdaad verheft, maakt de samenleving niet veiliger en zet de deur open voor meer radicalisering en polarisatie.

Tijd voor morele helderheid

Twee jaar na 7 oktober is de vraag niet alleen hoe we terreur herinneren, maar hoe we onszelf als samenleving spiegelen. Als massamoord wordt gevierd als verzet en antisemitisme weggezet wordt als politieke mening, raakt ons moreel kompas ontregeld. Wie werkelijk tegen onderdrukking en geweld wil opstaan, moet ook deze blinde vlek durven zien.

Daarom is bewustwording cruciaal. Media hebben de plicht framing te doorbreken en antisemitische patronen te benoemen, óók als ze uit progressieve of academische hoek komen. Politiek en instellingen moeten duidelijk zijn: intimidatie en geweld zijn nooit legitiem verzet. Alleen zo blijft ruimte bestaan voor een eerlijk en veilig maatschappelijk gesprek, waarin slachtoffers niet worden vergeten en haat geen vrijbrief krijgt.

Wie slogans als “Yalla yalla intifada” onschuldig noemt, beseft niet waar hij voor juicht en vergeet waar woorden toe kunnen leiden.



Sociale media

De gebroken spiegel

Over framing, morele verontwaardiging en een onsmakelijke tweet

Als je framing en propaganda veroordeelt, maar zelf een deportatie voorstelt onder het mom van een “spiegel”, wat zegt dat dan over je geloofwaardigheid als journalist? 

“Alle Joden deporteren naar de VS en van Israël een kuuroord maken.”
— Chris Klomp, 5 juni 2025

Waarom hij dat schreef? Omdat iemand op X vroeg“Als ik nu eens over die rode lijn heen kijk, zie ik dan een (suggestie voor) een definitieve oplossing?” Klomps antwoord: deportatie. Geen grap, geen uitleg. Gewoon een keiharde uitspraak.

Klomp noemt zichzelf onafhankelijk journalist. Iemand die “tijd neemt voor duiding” en niet meedoet aan snelle framing. Zijn website vraagt om donaties zodat hij kan blijven schrijven “… wat hij wil. Onafhankelijk.”

Maar hoe geloofwaardig is dat, als je zulke dingen zegt?

Maatstaven voor anderen, niet voor zichzelf

In een recent stuk haalt Klomp uit naar De Telegraaf, omdat die activisten op een Gaza-boot “Hamas-fans” noemde. Volgens hem is dat framing. Maar hij noemt diezelfde groep zelf “alleen mensenrechtenactivisten”. Zonder nuance.

Wie framing aanvalt, moet ook zijn eigen woorden wegen. Zijn deportatie-opmerking is niet alleen verwerpelijk, maar ondergraaft alles wat hij over journalistiek zegt te verdedigen.

Op zijn site schrijft Klomp:

“Wat als iemand wél tijd neemt voor duiding?”

Maar dat doet hij niet. Zijn uitspraak over deportatie had zo van een trollend account kunnen komen. 

In een tijd waarin antisemitisme toeneemt en het publieke debat verhardt, is dit geen onschuldige uitglijder. Het is een signaal. En wie een spiegel ophoudt, moet er ook in durven kijken.

Analyse maakt plaats voor preek

Volgens Media Bias/Fact Check (2024) is De Telegraaf inderdaad “right biased”, maar ook “mostly factual”, met een schoon factcheck-record. De site wijst op sterke woordkeuze en gebrekkige bronvermelding, maar noemt de krant niet onbetrouwbaar. Klomps voorstelling van De Telegraaf als een zuivere propagandamachine houdt daarmee geen stand. Rechts zijn is niet hetzelfde als structureel onwaarachtig zijn.

In zijn stuk over De Telegraaf is er geen inhoudelijke analyse van het nieuwsbericht. Geen bronnen, geen wederhoor – alleen moreel dedain en oude vetes.

Hij verwijt framing, maar gebruikt zelf zinnen als “Palestijnse burgers levend verbrand” en “baby’s die sterven van de gecreëerde hongersnood”

Hij hekelt activistische journalistiek, maar bedrijft het zelf. Hij presenteert zich als het laatste geweten in de media. Maar wie anderen de maat neemt, moet ook zijn eigen woorden toetsen. Zeker als die gaan over het deporteren van een bevolkingsgroep.

Het stopt niet bij één uitspraak

“Ik geloof ook niet dat de Holocaust is gepleegd door de islam. Heb ook wat moeite met die enorme misdaad te koppelen aan superieur zijn.”
— 
Chris Klomp, 7 juni 2025

Dat is vreemd. Want de Holocaust was juist het gevolg van het idee dat het Arische ras superieur was. Als je dát niet ziet, mis je basiskennis.

De paradox: Klomp waarschuwt voor superioriteitsdenken, maar pleitte eerder zélf voor deportatie. Hij beschuldigt anderen van morele ontsporing, maar sleept de Holocaust in een discussie waar hij geen grip op heeft.

De spiegel als schild

“Maar goed, we kunnen we constateren dat de spiegel geslaagd is. Ophef en gedoetjes als je dit zegt over de Joden, totale stilte als dit een letterlijk plan is met Palestijnen als slachtoffers. We see you.”
— Chris Klomp, 7 juni 2025

Volgens Klomp is zijn uitspraak dus “een spiegel” en wie daar boos op wordt, bevestigt volgens hem alleen maar zijn gelijk. Een klassiek rookgordijn: hij trekt de morele jas nog strakker aan, zonder iets terug te nemen. Wie kritiek heeft, is ineens schuldig aan stilzwijgen over ander onrecht.

Maar laten we helder zijn: wat Klomp schreef, is walgelijk. Niet omdat het over Joden ging. Niet omdat het over Palestijnen zou kunnen gaan. Maar omdat het over mensen gaat. Het deporteren van een bevolkingsgroep suggereren is geen spiegel. Het is moreel failliet, ongeacht het doelwit.

Of het nu gaat over Joden. Over Palestijnen. Over christenen. Of over aanhangers van het drieogige spaghettimonster …

… dit zeg je niet.

Geen uitschieter, maar een patroon

Wie denkt dat Klomps uitspraak over deportatie een eenmalige uitschieter was, komt bedrogen uit. Een reeks eerdere tweets laat zien dat het geen incident is, maar een terugkerende stijlfiguur, waarin Joden worden gegeneraliseerd, belachelijk gemaakt of moreel afgewezen.

In reacties op het Israëlisch-Palestijns conflict vergelijkt Klomp Joden met nazi’s, zegt hij dat “ze hetzelfde doen”, stelt hij dat “Marokkanen, Joden, allemaal één pot nat zijn” en suggereert hij dat ze “beter naar Trumpland kunnen” omdat ze daar “altijd gehaat zullen worden – deels terecht”.

De spiegel is geen reflectie maar een rookgordijn. Wie dit soort dingen structureel zegt, over langere tijd, in volle ernst en zonder correctie, hoeft geen spiegel aan te reiken, maar een verklaring.

Of beter nog: zet gewoon ‘antisemiet’ in je bio. Scheelt een hoop uitleg.



Naschrift | Over wederhoor, journalistieke normen en een gemiste kans

Na publicatie van dit blog ontving ik een reactie van Chris Klomp. Hij schreef dat het stuk “de plank volledig misslaat” en beklaagde zich over het ontbreken van wederhoor, met daarbij de opmerking dat “niemand reageert” op dit “verhaaltje”.

Behalve hijzelf dus. Per e-mail, vol dedain.

Uiteraard heb ik hem daarop alsnog de gelegenheid geboden om inhoudelijk te reageren. Hij kon daarvoor per e-mail een (inhoudelijk) weerwoord insturen, dat ik met plezier als naschrift aan het blog zou hebben toegevoegd. Klomp wees dit aanbod af. Volgens hem hoort wederhoor uitsluitend vóór publicatie plaats te vinden. Het blog noemt hij “geen journalistiek, maar framing”.

Voor de duidelijkheid: dit blog is gebaseerd op uitspraken die Klomp zelf publiekelijk heeft gedaan via sociale media, met name op X. Hij wordt letterlijk geciteerd, voorzien van directe bronverwijzingen. Op dat platform is zijn toon vaak uitgesprokener dan elders, wat de context van zijn woorden des te relevanter maakt.

Volgens de Code van Bordeaux, de internationale gedragscode voor journalisten én de Nederlandse Raad voor de Journalistiek, is wederhoor bij journalistieke publicaties een belangrijk principe, maar géén absolute verplichting vóór publicatie. Zeker bij opiniestukken over publieke uitlatingen volstaat het om achteraf ruimte tot reactie te bieden, een gangbare en integere praktijk binnen de journalistiek.

Het is jammer dat het kennelijk makkelijker is om op alles te reageren met het woord “spiegel”, dan om inhoudelijk in te gaan op je antisemitische posts.

Voor wie zich beroept op journalistieke ethiek, is het misschien raadzaam om punt 9 en 10 van de Global Charter of Ethics for Journalists (Code van Bordeaux) nog eens rustig door te nemen.